Het is een torenhoog cliché maar het is wel waar: sparen is belangrijk. Voor een woning, je (toekomstige) kinderen of nog later: je oude dag. Nou, geef toe: dat lijkt jou nog héél ver weg, nee? En dus zet je waarschijnlijk ook niet zo vaak geld opzij. Maar hoe komt dat toch?

Eerst en vooral: je bent niet alleen. 57% van alle jongeren zegt onvoldoende te sparen. En dat ligt… aan ons brein. Dat durft al eens rare kronkels te nemen als het over sparen gaat.

Lees even mee:

Reden 1: Daar denk ik nu nog niet aan hoor…

Hoeveel zal je later verdienen? Hoeveel geluk of pech zal je hebben? Voor de meesten is het koffiedik kijken. Bereik je dan toch je oude dag - hét moment waarop je spaargeld op de proef wordt gesteld (want ja, eenmaal je op pensioen bent, verdien je nu eenmaal minder) - dan weet je ook niet hoelang die zal duren. Daarom zetten we sparen vaak automatisch op een lager pitje.

Reden 2: Morgen is een nieuwe dag

Wie er toch in slaagt om een beeld van zijn of haar toekomst te vormen, bekijkt die meestal door een erg roze bril. Zo denken we dat het ons later wel zal lukken om te sparen, zelfs al is dat nu totaal niet het geval. We zijn er dus zeker van dat alles beter wordt: we zullen meer verdienen, minder uitgeven en sowieso dus meer sparen.  

Reden 3: I want it all and I want it now

We sparen gemakkelijker voor een gebeurtenis in de nabije toekomst dan voor een eentje die nog veraf lijkt. Daarom zullen we eerder sparen voor een etentje volgende maand dan voor de woning van onze dromen.

Herken je je hierin? Het angstzweet hoeft je zeker nog niet uit te breken. Een goede tip: bespreek je geldzaken regelmatig met je ouders, je vrienden, … Zij kunnen je helpen een gezond evenwicht te vinden tussen sparen en uitgeven. Want alle leuke dingen opgeven, dat hoef je nu ook weer niet te doen.

In dit artikel lees je hoe je makkelijker wat meer geld opzij kan zetten.